Het moest er een keer van komen. Ik had me nog zó voorgenomen om het niet te laten gebeuren. Maar op maandagochtend, in de ochtendpauze, werd ik discreet aangestoten door een collega die me toefluisterde: ‘joe, kerel… je gulp staat open.’ Kan gebeuren toch? Maar ik realiseerde me op hetzelfde moment dat ik net twee uur les had *staan* geven en dat ik dus gezakt was voor de opengulptest. De wat? De opengulptest.
Heb ik het begrip zelf verzonnen? Ik zou het echt niet meer weten. Google levert geen hits op, in ieder geval. Het klinkt ook een beetje ranzig, natuurlijk. De opengulptest. Het had ook de kwarkmondtest eten, maar dat klinkt wat gezochter. Of de lossevetertest, maar dat is niet helemaal hetzelfde. Enfin, tijd om uit te leggen wat de opengulptest is.
Je bent vast wel eens in de ongemakkelijke situatie gekomen dat je gesprekspartner de gulp heeft open staan. In een een-op-eensituatie is dat redelijk goed te doen, tenzij je spreekt met een leidinggevende die je er niet op durft aan te spreken. Want voor haar of hem geldt de opengulptest eveneens. En zo ongemakkelijk als een open gulp kan zijn, is een restje eten in een mondhoek natuurlijk ook. Of kwarkresten in je snoet. Je komt altijd wel een collega tegen die een vegende beweging over zijn of haar gezicht maakt en zegt: ‘je moet even zo doen’, maar jij en ik weten: dat is vaak niet de eerste persoon die je tegenkomt. En dus loop je rond met de vraag wie jou allemaal in die gênante positie heeft gezien.
De afgelopen jaren heb ik meerdere stagiairs en collega’s mijn theorie van de ‘opengulptest’ uit de doeken gedaan: kijk, het kán gebeuren, dat je een keer even niet zo scherp bent. En als leraar ben je dan best wel kwetsbaar. Het is fijn dat je dan een klas hebt waarin leerlingen al na één minuut zeggen: ‘meneer… uw gulp.’ Meer info heb je ook niet nodig, natuurlijk. Of na de lunch: ‘meneer, was de kwark lekker?’ (dit is overigens de reden dat ik op school nóóit lunch met kwark dan wel yoghurt). Maar áls ze er iets van zeggen, dan weet je één ding: de relatie met je klas is prima. Leerlingen voelen zich vertrouwd genoeg om dit soort dingen tegen je te zeggen, en ze willen je behoeden voor verdere gênante vertoningen. Overigens pleit ik er niet voor om het uit te gaan proberen, elke docent die bewust zijn of haar gulp open laat staan verdient een bezoekje aan de vertrouwenspersoon -op z’n minst.
Het is me niet wekelijks overkomen, hoor. Zelfs niet jaarlijks. De keren dat ik met een open gulp voor de klas heb gestaan moeten in die dertig jaar op de vingers van één hand te tellen zijn. Maar altijd, altijd ben ik grandioos geslaagd: leerlingen wezen mij er meteen op. En nu, als ervaren docent? Ik ben grandioos gezakt. Ik zou mezelf nu wijs kunnen maken dat de open gulp pas ontstaan is ná de les. Maar hoe? Ja, toiletbezoek, maar dat kan ik me echt niet meer herinneren. Hallo, bijna dertig jaar in het onderwijs, zei ik toch? Dan vergeet je wel eens wat. Zou het kunnen dat de leerlingen het niet hebben opgemerkt? Dan zouden zo’n 24 pubers niet hebben gezien dat… laat ik maar ophouden, die kans is echt nihil. Ik kan maar een ding concluderen: meerdere leerlingen hebben op z’n best in het lokaal gezeten met de gedachte: ‘wie het ook gaat zeggen, ik ben het niet.’ Tja. Kennelijk is er werk aan de winkel aan mijn relatie met deze klas. Maar bovenal: ik moet me gewoon goed aankleden voor een les.