Geachte heer Tekin,
U zei het echt, laatst: ‘in zekere zin kunnen we de pandemie dankbaar zijn’.
Ik snap best dat u dat zegt om aan te geven dat sommige ontwikkelingen, zoals online onderwijs, daardoor een stimulans hebben gekregen, en dat we de positieve effecten daarvan moeten omarmen. Zeker met u eens. Ik kan me voorstellen dat u een hoop bestuurders daarover spreekt, en dat zij zich verheugen in iets gemakkelijkere lesroosters, legere gebouwen en misschien zelfs een oplossing voor het lerarentekort. Maar ik wil u even aan twee studentes voorstellen: Froukje en Chantal. Niet hun echte namen.
Froukje woont in Noord-Friesland in een klein buurtschap met drie boerderijen. Op de ene boerderij woont ze alleen met haar ouders, haar pake en beppe (opa en oma) wonen in een van de andere boerderijen. Froukje is erg beschermd opgevoed, maakt wat moeilijk contact met leeftijdsgenoten en is blij dat ze twee goede vriendinnen heeft overgehouden aan haar mbo-tijd, toen ze bij ons startte in 2019. Eindelijk ging ze met plezier naar school. Ze heeft echter twee coronajaren achter de rug, met diverse lockdowns. Ook digitaal maakt ze lastig contact met anderen, ze heeft haar camera liever uit bij onlinelessen, ze wil niet dat iemand haar omgeving ziet. Haar twee vriendinnen spreekt ze vooral via de app. Wanneer een van haar docenten bij haar langskomt en vraagt hoe het gaat, barst ze in huilen uit. ‘Ik wil zó graag naar school, ik had het eindelijk eens léuk op school’, zegt ze. School doet zijn stinkende best, maar er zijn duizenden Froukjes voor wie we er moeten zijn. Maar de komende jaren gaat Froukje het heel, heel zwaar krijgen.
Dan Chantal. Zit heel anders in elkaar dan Froukje. Chantal redt zich wel, maar heeft het zwaar op haar verpleegkundestage in het verzorgingstehuis. Er is een Covid-afdeling waar ze ingezet wordt, want alle stagiaires zijn keihard nodig. Chantal weet wat er van haar gevraagd wordt, zo jong (18) als ze is. Maar ze vindt het wel eng: haar beppe heeft een broze gezondheid, dus Chantal kan haar beter maar niet opzoeken. Toch gebeurt het een keer. En waarschijnlijk heeft Chantal net op dát moment haar beppe besmet, die de Covidbesmetting niet overleeft. Chantal moet zich de rest van haar leven afvragen of zij niet toevallig haar beppe besmet heeft, naast het verdriet dat ze heeft vanwege het verlies van haar beppe.
En ja, wat u zegt, er zijn duizenden van dit soort verhalen in deze pandemie, júist ook het mbo. We gaan ermee aan de slag. Maar in zekere zin de pandemie dankbaar zijn? Meneer Tekin, ik hoop dat u uw woorden een volgende keer wat zorgvuldiger wilt kiezen. Dank voor uw begrip.